Sacramentskapel

Aan de linkerkant van het binnenplein bij de Basiliek ligt de Sacramentskapel.

In de kapel valt meteen de Verlossersicoon op. Het geopende evangelieboek in zijn linkerhand toont een opgeslagen pagina uit het evangelie van Matteüs: „Komt allen tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.

Neemt mijn juk op uw schouders en leert van Mij: Ik ben zachtmoedig en nederig van hart; en gij zult rust vinden voor uw zielen, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.“ Beter kan men de functie van de Sacramentskapel niet beschrijven.

De kapel wil een oase zijn na een lange tocht, waar we zijn bij Hem die uit de Maagd Maria geboren is.

Bouwgeschiedenis

Aan de westzijde van het binnenplein van de Basiliek bevindt zich de huidige Sacramentskapel
met een naar het zuiden toe aansluitende voorhal. In 1880 werd de paradijsvoorhal met drie traveeën aangebouwd. In de laatste weken van de Tweede Wereldoorlog liep de kapel schade op. Daarbij gingen de door Friedrich Stummel ontworpen vensters verloren. Door granaatvuur werd de paradijsvoorhal compleet verwoest. In de loop van 1860 werd zij als biechtkapel voor de Nederlandse pelgrims gebouwd, nadat de nieuwbouw van de „Duitse“ biechtkapel (de tegenwoordige kloostergang) gereed was.
De uitbreiding van de voordien tweebeukige binnenruimte naar een driebeukige kwam in 1890 gereed door de oude ingang van de
Duitse biechtkapel er bij te trekken.

In 1880 werd de paradijsvoorhal met drie traveeën aangebouwd. In de laatste weken van de Tweede Wereldoorlog liep de kapel
schade op. Daarbij gingen de door Friedrich Stummel ontworpen vensters verloren. Door granaatvuur werd de paradijsvoorhal
compleet verwoest. In de loop van 1860 werd zij als biechtkapel voor de Nederlandse pelgrims gebouwd, nadat de nieuwbouw van de „Duitse“ biechtkapel (de tegenwoordige kloostergang) gereed was. De uitbreiding van de voordien tweebeukige binnenruimte naar een driebeukige kwam in 1890 gereed door de oude ingang van de Duitse biechtkapel er bij te trekken. Op 1 januari 1975 kreeg de kapel haar huidige bestemming als Sacramentskapel. Dit op verzoek van de in 1975 gestorven  rector van het heiligdom en pastoor van de Mariabasiliek, Johannes Oomen (van 1957 tot 1975).

In de jaren tachtig werd de paradijsvoorhal voorzien van nieuwe vensters en in 1997 kwam een nieuwe façade (voor de zuidelijke ingang) gereed.

Bij de westelijke binnenmuur zijn enkele neogotische, stenen sculpturen, beelden en reliëfs met eucharistische en verkondingsmotieven geplaatst. Deze beelden hebben deel uitgemaakt van het in de jaren zestig afgebroken hoogaltaar en kansel van de Basiliek. Nadat deze beelden waren teruggevonden, hebben zij hier een passende plek gevonden.
Aan het einde van de voorhal voert een eiken deur met smeedijzeren beslag (paradijsboom en op een bazuin blazende engelen), met daarboven een reliëf van Jezus die de communie uitreikt aan zijn leerlingen, naar de voorste ruimte van de Sacramentskapel met toegang tot de kapel. De bronzen reliëfs op de toegangsdeur zijn verkleinde kopieën van het door  Lorenzo Ghiberti vervaardigde bronzen portaal van het baptisterium bij de Dom van Florence in Italië. Met het zes dagen durende scheppingsverhaal en het Verbond van Jahwe met Noach verhalen zij over twee ontmoetingen van God met de mensen welke het Oude Testament overlevert. Een eind van de jaren negentig aangeschafte bronzen reliëf, dat vervaardigd is door de kunstenaar H. Schilcher, boven de deur daarentegen toont de dans om het gouden kalf (Exod. 31,18- 33,6), met daarboven Mozes met in zijn handen de tafelen der wet, in hevige toorn ontstoken. Wanneer wij de deur achter ons sluiten,
verlaten wij als het ware het Oude Testament en treden binnen bij Christus. De ramen in de voorhal uit 1996 tonen het
oude wapen van het Mariaheiligdom Kevelaer en het wapen van de bisschop van Roermond, Mgr. Franciscus Jozef Maria
Wiertz, en het wapen van het bisdom Roermond. Twee pijlers en twee zuilen met bladkapitelen dragen de negen, uit ruwe
ongepleisterde brandsteen van eigen bodem opgetrokken gewelfvelden van de kwadratische ruimte. Het rood van de bakstenen en de donkere tint van het eikenhout van de neogotische inrichting scheppen hier een weldadige atmosfeer. Boven het   tabernakel met de woorden van de Oratorianen: Jesus sis mihi Jesus (= Jezus moge voor mij Jezus zijn) verwijst een  gebeeldhouwd reliëf naar de verering van Gods Zoon. De aanbidding van het Lam, zoals beschreven in de geheime Openbaring, is uitgebeeld. Een in schitterende kleuren op gouden ondergrond geschilderde Griekse icoon uit de achttiende eeuw,  voorstellende Christus als Verlosser, in het boogveld boven het tabernakel verwijst naar de Verlossingsdaad van Christus.
De icoon wordt geflankeerd door twee eikenhouten engelen (afkomstig uit een Vlaams atelier). Andere voorstellingen op
de voormalige communiebank zijn: het paasmaal, het Mannawonder, Mozes slaat water uit de rots en het offer van Melchizedek. Zoals daar het Agnus Dei, het Lam Gods, aanbeden wordt, zo wendt de gelovige zich hier tot de in het Sacrament des altaars tegenwoordige Zoon Gods. Naar deze aanbiddende houding verwijst de onder het gebeeldhouwde reliëf  aangebrachte tekst van de Latijnse hymne Adoro te devote latens deitas (= Ik aanbid godvruchtig U, o godheid, gans verborgen). Het reliëf werd rond 1901 als onderdeel van de in de jaren zestig uit de Basiliek verwijderde communiebank door de Gebroeders Van Bremen en Jakob Holtmann gemaakt. Een in schitterende kleuren op gouden ondergrond geschilderde Griekse icoon uit de achttiende eeuw, voorstellende Christus als Verlosser, in het boogveld boven het tabernakel verwijst naar de Verlossingsdaad van Christus. De icoon wordt geflankeerd door twee eikenhouten engelen (afkomstig uit een Vlaams atelier). Andere voorstellingen op de voormalige communiebank zijn: het paasmaal, het Mannawonder, Mozes slaat water uit de rots en het offer van Melchizedek.

 

Vijf ramen onderbreken als fonkelende edelstenen de wanden van de kapel. Nadat zij in de Tweede Wereldoorlog waren
verwoest, werden zij aan de hand van de originele ontwerpen van Friedrich Stummels opnieuw vervaardigd. Van links
naar rechts tonen zij scènes van de Verkondiging, de geboorte van Jezus, de bruiloft te Kana, de kroning van Maria en
Jozef als arbeider. De uit delen van de vroege communiebank van de Basiliek vervaardigde celebratiealtaar toont een reliëf van een pelikaan, die zijn jongen met haar eigen bloed voedt. Het staat symbool voor de offerdood van Jezus Christus, die Zijn bloed gaf voor de redding van ons mensen. Onder de altaarplaat wordt een reliek van de zalige Adolf Kolping bewaard, die als vader van de gezellen veelvuldig Kevelaer bezocht. De messing kroonluchters komen uit Vlaanderen en de twee neogotische en een neobarok koorgestoelte komen uit een kerk uit de omgeving. De aan de wand aangebrachte eikenhouten beelden van de apostelen zijn door onbekende schenker uit Vlaanderen aan Kevelaer geschonken. Deze neogotische beelden van respectabele kwaliteit oriënteren zich op Brabantse werken van rond 1400.